Jezus ging de weg alleen
Bezinningsmomenten Stille Week 14 april t/m 17 april 2025
19.15 uur in de Nieuwe Kerk Brede Englaan 28

Thema ‘Jezus ging de weg alleen’
In de Stille Week staan we vier avonden een moment stil bij wat in de dagen
voorafgaand aan de kruisiging en dood van Jezus is gezegd en gebeurd. Met
bijbelwoorden en liederen lopen we in gedachten met Jezus mee, op weg naar het
kruis op Goede Vrijdag en het graf op Stille Zaterdag.
Wat ons in het bijzonder raakte in de evangelieverhalen rondom het leven en sterven
van Jezus zijn woorden als alleen, eenzaam en verlaten.
Van Jezus volgen naar zich afkeren van hem (Johannes 6: 66). Van Jezus steunen
naar hem in de steek laten (Mattheüs 27: 31). Van Hosanna voor de Zoon van David!
(Mattheüs 21: 9) naar Aan het kruis met hem! (Mattheüs 27: 23). En “Mijn God, mijn
God, waarom hebt U mij verlaten?” (Mattheüs 27:46)
“Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden, dat ieder zijn
eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben niet alleen, want de Vader is bij
Mij”, zegt Jezus tegen zijn leerlingen. (Johannes 16: 32)
De Here Jezus stond alleen voor deze missie, niemand anders kon Hem helpen of
vervangen. Alleen Jezus en Jezus alleen ging de weg van het kruis, een steeds
eenzamere weg. Hij stond er uiteindelijk helemaal alleen voor.
En dat allemaal terwijl Hij juist voor ons gekomen is. Hij stierf niet voor zichzelf, maar
voor ons. Hij droeg onze schuld en onze gebrokenheid. Hij alleen gaf Zijn leven om
ons met God te verbinden. En daar worden we stil van.
Dagthema’s:
Maandag 14 april:
Dinsdag 15 april:
Woensdag 16 april:
Donderdag 17 april
Gezalfd en verraden
Gebroken brood en eenzaam
Veroordeeld en alleen
Onschuldig en verlaten
TOELICHTING LITURGIE
Stilte
Bemoediging
Groet
Aanvangstekst
Aanvangslied
Stiltemomenten
Gebed
Slotlied
Uitgeleide tekst
In stilte komen we de kerk binnen en gaan zitten
Onze hulp is in de naam van de HEER,
Die hemel en aarde gemaakt heeft,
Die trouw houdt tot in eeuwigheid,
en niet loslaat de werken van zijn handen.
Psalm 124: 8 en Psalm 138: 8
Genade en vrede zij u van God onze Vader en van de Here
Jezus Christus.
1 Korinthe 1: 3
Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd
worden, dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen
achterlaat. Maar Ik ben niet alleen, want de Vader is bij Mij.
Johannes 16: 32
Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie
zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd
moed: Ik heb de wereld overwonnen.’
Johannes 16: 33
NLB 560: 1, 2 en 3 Hij ging de weg zo eenzaam
De Schriftlezingen worden elke keer afgesloten met een
moment van stilte ter overdenking.
Gebed door de voorganger en besloten door met elkaar het
Onze Vader te bidden.
Sela – Een toekomst vol van hoop
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle
genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen
aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen.
Hem komt de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 5: 10 en 11
Na een stiltemoment verlaten we op aanwijzing in stilte de kerk.
Maandag 14 april 2025
Gezalfd en verraden
Woorden bij de liturgische schikking:
Een vrouw staat bij Jezus met een kruikje vol kostbare olie. Zij snapt iets van de
weg die Jezus gaat.
Aan het begin van de weg symboliseren 12 bloemen de 12 leerlingen die zich vol
onbegrip afkeren van deze goede daad.
We komen in stilte de kerk binnen
Inleidend orgelspel
Bemoediging Onze hulp is in de naam van de HERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft,
Die trouw houdt tot in eeuwigheid,
en niet loslaat de werken van zijn handen.
Groet
Genade en vrede zij u van God onze Vader en van de Here Jezus
Christus.
Aanvangstekst Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden,
dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben
niet alleen, want de Vader is bij Mij.
Johannes 16: 32
Aanvangslied NLB 560: 1, 2 en 3

2. Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
De beulen die Hem sloegen,
bespotten met een doornenkroon.
Hij zweeg en leed voor hen,
Hij deed dit ook voor hen.
Mattheüs 26: 1-5
3. Hij ging de weg zo eenzaam.
Hij droeg zijn eigen kruis.
Hij bad: Mijn God, vergeef hen!
Hij leed en stierf op Golgotha.
Hij deed dit ook voor ons,
voor allen, ook voor ons.
De Mensenzoon uitgeleverd
Toen Jezus deze laatste rede beëindigd had, zei Hij tegen zijn leerlingen:
‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon
uitgeleverd om gekruisigd te worden.’
Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het huis
van de hogepriester, Kajafas.
Daar beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en
Hem te doden.
‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’
Stilte
Zingen LvdK 181: 1, 4 en 6

4. Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide
de herder zelf ter slachtbank zich liet leiden,
de heer zich voor de schulden zijner knechten
aan ’t kruis liet hechten.
6. O liefde, voor dit offer van uw leven,
wat kan ik, dan mijzelf ten offer geven,
opdat ik nooit, hetzij ik leev’ of sterve,
uw liefde derve!
Mattheüs 26: 6-16
Zalving en het verraad van Judas
Toen Jezus in Betanië in het huis van Simon – degene die aan een huidziekte had
geleden – aanlag voor de maaltijd, kwam er een vrouw naar Hem toe. Ze had een
albasten flesje met zeer kostbare olie bij zich en goot die uit over zijn hoofd.
De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling!
5
Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, en dan hadden we het geld aan de
armen kunnen geven.’
Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze vrouw lastig? Zij heeft iets goeds
voor Mij gedaan.
Want de armen zijn altijd bij jullie, maar Ik zal niet altijd bij jullie zijn.
Door die olie over Mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf.
Ik verzeker jullie: waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, daar zal ter
herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’
Daarop ging een van de twaalf, namelijk Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei:
‘Wat krijg ik van u als ik Hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken.
Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om Hem uit te leveren.
Stilte
Zingen LvdK 178: 1, 3, 4 en 5

3. Om de zalving door een vrouw,
vreugdeolie, geur van rouw,
teken van wat komen zou,
Kyrie eleison.
5. Here, om uw bloedig zweet,
als Ge alleen de wijnpers treedt,
om de kelk vol bitter leed,
Kyrie eleison.
Mattheüs 26: 17-25
4. Om het brood, Heer, dat Gij breekt,
om de beker die Gij reikt,
om de woorden die Gij spreekt,
Kyrie eleison.
Het pesachmaal
Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen
naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het
pesachmaal kunt eten?’
Hij gaf hun de opdracht om naar een zeker persoon in de stad te gaan en hem te
zeggen: ‘De meester laat u weten: “Mijn tijd is nabij; Ik wil met mijn leerlingen bij u het
pesachmaal gebruiken.”’
De leerlingen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het pesachmaal.
Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd.
Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren.’
6
Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze Hem: ‘Ik toch niet, Heer?’
Hij antwoordde: ‘Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren. De
Mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door
wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit
geboren was.’
Toen zei ook Judas, die Hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus
antwoordde: ‘Jij zegt het.’
Stilte
Zingen WK 159: 1, 5 , 6 en 7

5. De beker van Uw bitter lijden,
tot deze duist’re nacht bewaard,
hebt Gij, Lam Gods, als God-gewijde
gewillig uit Gods hand aanvaard.
6. Zo tot Uw offerplaats gekomen
hebt Gij met goddelijk geduld
de zware last op U genomen,
de toorn van God om onze schuld.
7. O Lam van God, door God gezonden,
o offer dat de Heer behaagt,
wij bidden: Maak ons rein van zonden,
Gij, Die der wereld zonden draagt.
Gebed en gezamenlijk Onze Vader
Uitgeleide tekst
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle
genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen
aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. Hem komt
de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 5: 10 en 11
Slotlied (staande) Sela – Een toekomst vol van hoop
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
We gaan zitten
Stilte
We verlaten op aanwijzing in stilte de kerk
Dinsdag 15 april 2025
Gebroken brood en eenzaam
Woorden bij de liturgische schikking:
Jezus breekt het brood en deelt de wijn.
In de hof van Getsemane blijven acht discipelen op afstand. Drie gaan er mee maar
laten Jezus alleen en vallen in slaap.
We komen in stilte de kerk binnen
Inleidend orgelspel
Bemoediging Onze hulp is in de naam van de HERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft,
Die trouw houdt tot in eeuwigheid,
en niet loslaat de werken van zijn handen.
Groet
Genade en vrede zij u van God onze Vader en van de Here Jezus
Christus.
Aanvangstekst Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden,
dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben
niet alleen, want de Vader is bij Mij.
Johannes 16: 32
Aanvangslied NLB 560: 1, 2 en 3

2. Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
De beulen die Hem sloegen,
bespotten met een doornenkroon.
Hij zweeg en leed voor hen,
Hij deed dit ook voor hen.
Mattheüs 26: 26-29
3. Hij ging de weg zo eenzaam.
Hij droeg zijn eigen kruis.
Hij bad: Mijn God, vergeef hen!
Hij leed en stierf op Golgotha.
Hij deed dit ook voor ons,
voor allen, ook voor ons.
Instelling van het Avondmaal
Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood
en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’
En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden:
‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt
vergoten tot vergeving van zonden.
Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag
dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’
Stilte
Zingen WK 51: 1, 2, 3 en 4

2. Ik zeg u dat dit Pascha nu bereid,
door mij op aarde niet meer wordt genoten.
Eerst wordt vervuld voor al mijn gunstgenoten,
Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid.
3. Voorwaar Ik zeg u, dat na deze dis
de vrucht des wijnstoks, voor u ingeschonken,
op aarde door Mij niet meer wordt gedronken
voordat Gods Koninkrijk gekomen is.
4. Mijn lichaam dat voor u gegeven is,
wordt als een brood gebroken en gegeten.
Het is voor u, u mag het dankbaar eten.
Doe dat voortaan tot mijn gedachtenis.
Mattheüs 26: 30-35
De verloochening voorzegd
Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.
Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er
staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen
uiteengedreven worden.”
Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’
Petrus zei daarop tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’
Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht, nog voor de haan gekraaid heeft,
zul jij Mij driemaal verloochenen.’
Petrus zei: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle andere
leerlingen vielen hem daarin bij.
Stilte
Zingen LvdK 173: 1, 2 en 4

2. Gods schepping die voor ons gesloten bleef
ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten,
die Zoon van David zijt en Man van Smarte,
Koning der Joden die de dood verdreef.
4. Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven,
ons is een lofzang in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.
Mattheüs 26: 36-46
Jezus strijdt alleen in de hof
Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een plek die Getsemane genoemd
werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, Ik ga daar bidden.’
Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen Hij bedroefd en
angstig begon te worden, zei Hij tegen hen: ‘Ik ben diepbedroefd, tot stervens toe. Blijf
hier met Mij waken.’
Hij liep nog een stukje verder, liet zich voorover vallen op de grond en bad: ‘Vader, als
het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren
zoals Ik het wil, maar zoals U het wilt.’
11
Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus:
‘Konden jullie niet eens één uur met Mij waken?
Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar
het lichaam is zwak.’
Voor de tweede maal liep Hij bij hen vandaan en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is
dat deze beker aan Mij voorbijgaat zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren
zoals U het wilt.’
Toen Hij terugkwam, zag Hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid
overmand.
Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde
woorden als daarvoor.
Daarna voegde Hij zich weer bij de leerlingen en zei: ‘Liggen jullie daar nog steeds te
slapen en te rusten? Het ogenblik is nabij waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd
aan zondaars.
Sta op, laten we gaan; kijk, hij die Mij uitlevert, is al vlakbij.’
Stilte
Zingen Opw. 268: 1, 2 en 3


2. En in de tuin van de pijn
verkoos Hij als een lam te zijn,
verscheurd door angst en verdriet,
maar toch zei Hij: “Uw wil geschied”.
(refrein)
Gebed en gezamenlijk Onze Vader
Uitgeleide tekst
De hand die aard’ en hemel schiep,
vergaf de hand die Hem sloeg.
De man, die onze zonden droeg.
(refrein)
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle
genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen
aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. Hem komt
de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 5: 10 en 11
Slotlied (staande) Sela – Een toekomst vol van hoop
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
We gaan zitten
Stilte
We verlaten op aanwijzing in stilte de kerk
Woensdag 16 april 2025
Veroordeeld en alleen
Woorden bij de liturgische schikking:
Jezus staat helemaal alleen voor het Sanhedrin. Het vingerblad symboliseert de
dragende hand van zijn Vader.
Het blad van de sansevieria verbeeldt het zwaard van Petrus. Petrus kan Jezus niet
volgen op zijn weg. Petrus die Jezus verraadt en de kraaiende haan staan naast de
weg.
We komen in stilte de kerk binnen
Inleidend orgelspel
Bemoediging Onze hulp is in de naam van de HERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft,
Die trouw houdt tot in eeuwigheid,
en niet loslaat de werken van zijn handen.
Groet
Genade en vrede zij u van God onze Vader en van de Here Jezus
Christus.
Aanvangstekst Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden,
dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben
niet alleen, want de Vader is bij Mij.
Johannes 16: 32
Aanvangslied NLB 560: 1, 2 en 3

2. Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
De beulen die Hem sloegen,
bespotten met een doornenkroon.
Hij zweeg en leed voor hen,
Hij deed dit ook voor hen.
Mattheüs 26: 47-56
3. Hij ging de weg zo eenzaam.
Hij droeg zijn eigen kruis.
Hij bad: Mijn God, vergeef hen!
Hij leed en stierf op Golgotha.
Hij deed dit ook voor ons,
voor allen, ook voor ons.
Overgeleverd en alleen gelaten
Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap
van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de
hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd.
Judas, die Hem zou uitleveren, had met hen een teken afgesproken. ‘Degene die ik
kus,’ had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’
Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet, rabbi!’ en kuste Hem.
Jezus zei tegen hem: ‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’ Daarop kwamen de mannen
naderbij, grepen Jezus vast en namen Hem gevangen.
Nu greep een van Jezus’ metgezellen naar zijn zwaard. Hij trok het, haalde uit en sloeg
de dienaar van de hogepriester een oor af.
Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het
zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen.
Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt Mij onmiddellijk
meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking.
Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet
gebeuren?’
Toen zei Jezus tegen de mannen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uit
getrokken om Mij te arresteren, alsof Ik een misdadiger ben! Dagelijks was Ik in de
tempel om onderricht te geven, en toen hebt u Me niet gevangengenomen;
maar dit alles gebeurt omdat de geschriften van de profeten in vervulling moeten
gaan.’ Daarop lieten alle leerlingen Hem in de steek en vluchtten weg.
Stilte
Zingen LvdK 182: 1 en 3
1. Jezus, leven van ons leven,
Jezus, dood van onze dood,
Gij hebt U voor ons gegeven,
Gij neemt op U angst en nood,
Gij moet sterven aan uw lijden
om ons leven te bevrijden.
Duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.
Mattheüs 26: 57-68
3. Die gewillig waart ten dode,
in het duister van de pijn
U ten offer hebt geboden,
Hoe verlaten moest Gij zijn,
troosteloos aan ’t kruis gehangen
opdat wij uw troost ontvangen.
Duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer.
Valse getuigen en veroordeeld
De mannen die Jezus gevangengenomen hadden, leidden Hem voor aan Kajafas, de
hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren.
Petrus volgde Hem op een afstand tot op de binnenplaats van het huis van de
hogepriester; daar ging hij tussen de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen.
De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden Jezus met behulp van een valse
getuigenverklaring ter dood te veroordelen, maar dat lukte hun niet; hoewel zich vele
valse getuigen meldden.
Ten slotte meldden er zich twee die zeiden: ‘Die man heeft gezegd: “Ik kan de tempel
van God afbreken en in drie dagen weer opbouwen.”’
De hogepriester stond op en vroeg Hem: ‘Geeft U geen antwoord op wat deze
getuigen tegen U inbrengen?’
Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer U bij de levende God: zeg
ons of U de messias bent, de Zoon van God.’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het. Maar Ik
zeg tegen u allen hier: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand
van de Machtige en Hem zien komen op de wolken van de hemel.’
Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd!
Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu zelf zijn godslastering gehoord.
Wat denkt u?’ Ze antwoordden: ‘Hij is schuldig en verdient de doodstraf!’
Daarop spuwden ze Hem in het gezicht en sloegen Hem. Anderen stompten Hem en
zeiden: ‘Profeteer dan maar eens voor ons, messias, wie is het die Je geslagen heeft?’
Stilte
Zingen LvdK 183: 1 en 2

2. O hoofd zo hoog verheven,
o goddelijk gelaat,
waar werelden voor beven,
hoe bitter is uw smaad!
Gij, eens in ’t licht gedragen,
door engelen omstuwd,
wie heeft U zo geslagen
gelasterd en gespuwd?
Mattheüs 26: 69-75
Petrus laat Hem ook alleen: ‘Ik ken die man niet’
Petrus zat buiten, op de binnenplaats. Er kwam een dienstmeisje naar hem toe, dat
zei: ‘Jij hoorde ook bij die Jezus uit Galilea!’ Maar hij ontkende dat met klem, zodat
allen het konden horen: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’
Toen hij wegliep naar het poortgebouw, zag een ander meisje hem. Ze zei tegen de
omstanders: ‘Die man hoorde bij Jezus van Nazaret!’
En opnieuw ontkende hij en zwoer: ‘Echt, ik ken de man niet!’
Even later kwamen de omstanders naar Petrus toe, ze zeiden: ‘Jij bent wel degelijk
een van hen, trouwens, je accent verraadt je.’
Daarop begon hij te vloeken en te zweren: ‘Ik ken die man niet!’ En meteen kraaide er
een haan.
Toen herinnerde Petrus zich wat Jezus gezegd had: ‘Nog voor de haan gekraaid heeft,
zul jij Mij driemaal verloochenen.’ Hij ging naar buiten en huilde bitter.
Stilte
Zingen Psalm 25: 1 en 4 (NB)
1. Heer, ik hef mijn hart en handen
op tot U, beslecht mijn zaak.
Weer van mij de smaad en schande
van mijns vijands leedvermaak.
Ja, zij worden zeer beschaamd
die de goede trouw verachten,
maar wie uw gebod beaamt,
mag gelovig U verwachten.
Gebed en gezamenlijk Onze Vader
Uitgeleide tekst
4. God is goed, Hij is waarachtig
en gaat zijn getrouwen voor,
brengt, aan zijn verbond gedachtig,
zondaars in het rechte spoor.
Hij zal leiden ’t zacht gemoed
in het effen recht des Heren:
wie Hem need’rig valt te voet,
zal van Hem zijn wegen leren.
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle
genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen
aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. Hem komt
de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 5: 10 en 11
Slotlied (staande) Sela – Een toekomst vol van hoop
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
We gaan zitten
Stilte
We verlaten op aanwijzing in stilte de kerk
Donderdag 17 april 2025
Onschuldig en verlaten
Woorden bij de liturgische schikking:
Jezus hangt aan het kruis.
Eerder kon Hij op weg naar Golgota de last van het kruis niet dragen.
De vrouwen die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren, staan vol verdriet op afstand
toe te kijken.
We komen in stilte de kerk binnen
Inleidend orgelspel
Bemoediging Onze hulp is in de naam van de HERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft,
Die trouw houdt tot in eeuwigheid,
en niet loslaat de werken van zijn handen.
Groet
Genade en vrede zij u van God onze Vader en van de Here Jezus
Christus.
Aanvangstekst Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden,
dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben
niet alleen, want de Vader is bij Mij.
Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het
zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de
wereld overwonnen.’
Johannes 16: 32 en 33
Aanvangslied NLB 560: 1, 2 en 3

2. Hij ging de weg zo eenzaam
tot in Jeruzalem.
De beulen die Hem sloegen,
bespotten met een doornenkroon
Hij zweeg en leed voor hen,
Hij deed dit ook voor hen.
Mattheüs 27: 1-2
3. Hij ging de weg zo eenzaam.
Hij droeg zijn eigen kruis.
Hij bad: Mijn God, vergeef hen!
Hij leed en stierf op Golgotha.
Hij deed dit ook voor ons,
voor allen, ook voor ons.
Onschuldig, toch veroordeeld
De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het
besluit Jezus ter dood te brengen.
Nadat ze Hem geboeid hadden, leidden ze Hem weg en leverden Hem over aan
Pilatus, de gouverneur.
Mattheüs 27: 11-26
Toen Jezus voor de gouverneur stond, stelde deze Hem de vraag: ‘Bent U de koning
van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’
Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen Hem inbrachten,
antwoordde Hij niet één keer.
Daarop zei Pilatus tegen Hem: ‘Hoort U niet wat deze getuigen allemaal tegen U
inbrengen?’
Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de gouverneur zeer
verwonderde.
Nu had de gouverneur de gewoonte om op het pesachfeest één gevangene vrij te
laten, en die door het volk te laten kiezen.
Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd.
En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik
vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’
Hij wist namelijk dat ze Hem uit afgunst hadden uitgeleverd.
Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht:
‘Laat je niet in met die rechtvaardige! Om Hem heb ik namelijk vannacht in een droom
veel moeten lijden.’
Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om
Barabbas vragen, en Jezus laten doden.
Weer nam de gouverneur het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat
ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze.
Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’
Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met Hem!’
Hij vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan
het kruis met Hem!’
Toen Pilatus inzag dat hij niets bereikte, maar dat er zelfs een opstand dreigde uit te
breken, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei:
‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’
En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed ons maar worden aangerekend, en onze
kinderen!’
Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden,
nadat hij Hem eerst nog had laten geselen.
Stilte
Zingen WK 147: 1, 2 en 3

2. Ja, ik kost Hem die slagen,
die smarten en die hoon;
ik doe dat kleed Hem dragen,
dat riet, die doornenkroon;
ik sloeg Hem al die wonden,
voor mij moest Hij daar staan;
ik deed door mijne zonden,
Hem al die jamm’ren aan.
3. O Jezus, man van smarten,
Gij aller vaad’ren wens,
herinner aller harten
’t aandoenlijk: “Zie de mens !”
Laat mij toch nooit vergeten
die kroon, dat kleed, dat riet !
Dit trooste mijn geweten;
’t is al voor mij geschied !
Gekruisigd en bespot
Mattheüs 27: 27-44
De soldaten van de gouverneur namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden
de hele cohort om Hem heen.
Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om, vlochten een
kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in zijn
rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning
van de Joden,’ en ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af en sloegen
Hem op het hoofd.
Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem zijn
kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.
Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en
hem dwongen ze het kruis te dragen.
Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats’ betekent.
Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij
ervan te drinken.
Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te
dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken.
Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van
de Joden’.
Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van Hem, de
ander links.
De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Jij was
toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als Je de
Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af!’
Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende
opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch
koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem
geloven.
Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem
tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Precies
zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren.
Stilte
Zingen Sela – Via Dolorosa
Langs de Via Dolorosa in Jeruzalem die dag,
verdrongen zich de mensen in de straat.
Daar staarden ze Hem na:
de man die sterven moest op Golgotha.
Langs de Via Dolorosa, heel die lange lijdensweg,
ging de Christus, onze Koning als een lam.
Maar omdat Hij van ons hield met heel zijn hart, is Hij gegaan,
langs de Via Dolorosa, heel de weg naar Golgotha.
Er kwam bloed uit al zijn wonden, uit de striemen op zijn rug,
uit de kroon van doornen om zijn hoofd geklemd.
En Hij droeg met elke stap
de hoon van hen die schreeuwden: “Kruisigt Hem!”.
Langs de Via Dolorosa, heel die lange lijdensweg,
ging de Christus, onze Koning als een lam.
Maar omdat Hij van ons hield met heel zijn hart, is Hij gegaan,
langs de Via Dolorosa, heel de weg naar Golgotha.
Zijn kruis werd een troon,
zijn bloed wast ons schoon
en het stroomt door het hart van Jeruzalem.
Langs de Via Dolorosa, heel die lange lijdensweg,
ging de Christus, onze Koning als een lam.
Maar omdat Hij van ons hield met heel zijn hart, is Hij gegaan,
langs de Via Dolorosa, heel de weg naar Golgotha.
Mattheüs 27: 45-54
Door God verlaten
Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield.
Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eli, Eli, lema
sabachtani?’ Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’
Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!’ Meteen
kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in water met azijn
doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken.
De anderen zeiden: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia Hem komt redden.’
Jezus riep opnieuw, luidkeels, en gaf de geest. Op dat moment scheurde in de tempel
het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen
spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen
werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de
heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen.
Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden
en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden:
‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’
Stilte
Zingen Psalm 22: 1, 2 en 12 (NB)
1. Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij mij
en blijft zo ver, terwijl ik tot U schrei,
en redt mij niet, maar gaat aan mij voorbij?
Hoe blijft Gij zwijgen?
Mijn God, ik doe tot U mijn kreten stijgen
bij dag, bij nacht. Tot U slechts kan ik vluchten,
maar krijg geen rust, geen antwoord op mijn zuchten
in klacht op klacht.
2. Nochtans, op U, o God die heilig zijt
en troont op lofgezangen, U gewijd
door Israël dat gij hebt uitgeleid,
steunt ons vertrouwen,
immers, de vaad’ren bleven op U bouwen,
dat Gij hen naamt in heilige bescherming:
Gij hebt, als zij U riepen om ontferming,
hen niet beschaamd.
12. Dit zal gedenken wie zich nog verweert,
tot alle natie zich tot Hem bekeert
en voor de Koning die het al regeert
zich neer zal buigen.
De verste einden zullen het getuigen,
dat niets gelijk aan zijn verheven macht is,
dat Hem de heerlijkheid, dat Hem de kracht is,
het Koninkrijk!
Gebed en gezamenlijk Onze Vader
Uitgeleide tekst
Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle
genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen
aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. Hem
komt de macht toe, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Petrus 5: 10 en 11
Zingen (staande) Sela – Een toekomst vol van hoop
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
We gaan zitten
Stilte
We verlaten op aanwijzing in stilte de kerk
Voor de Bijbellezingen is de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV21) gebruikt.
De liederen zijn gekozen uit de bundels: Liedboek voor de Kerken (Psalmen en
Gezangen) (LvdK), Het Nieuwe Liedboek (NLB), Opwekkingsliederen (Opw) en
Weerklank (WK).
Liturgische schikkingen
De schikkingen hebben elke dag als basis de weg die Jezus ging. Op die weg ontmoet
Jezus allerlei mensen.
Loop gerust na afloop langs het podium om de schikking beter te bekijken
Live meekijken/luisteren of achteraf terugkijken/luisteren van de bezinningsmomenten
is mogelijk via https://kerkdienstgemist.nl/stations/1603-Nieuwe-Kerk-Huizen
Inhoudelijke en programmatische reacties zijn welkom bij de secretaris van de
commissie Stille Week, p/a H. Derksen, hans@derksenmail.nl
Wij nodigen u uit voor de kerkdiensten in Huizen:
Hervormde Gemeente:
Goede Vrijdag: aanvang 19.45 uur Meentkerk, Zenderkerk, Oude en Nieuwe Kerk, De Brug
1ste Paasdag: aanvang 9.30 uur Meentkerk, Zenderkerk, Oude en Nieuwe Kerk,
1ste Paasdag:aanvang 11.30 uur: De Brug (In Ichthuskerk, Kortenaerstraat 5)
1ste Paasdag:Meentkerk 17.00 uur
1ste Paasdag:Oude Kerk aanvang 18.30 uur
2de Paasdag aanvang 9.30 uur Oude Kerk, Meentkerk Kinderpaasdienst
Christelijke Gereformeerde Kerk
Kerkgebouw Bakboord / Gemeenlandslaan
Goede Vrijdag: aanvang 19.30 uur (met de NGK)
1ste Paasdag: aanvang 9.30 uur
aanvang 17.00 uur (met en bij de NGK)
Protestantse Gemeente Huizen “De Duif”
Huizermaatweg 298
Witte Donderdag: aanvang 19.30 uur
Goede Vrijdag:
aanvang 19.30 uur
Stille Zaterdag:
1ste Paasdag:
aanvang 10.00 uur
aanvang 17.00 uur
Kruiskerk
Jac. van Wassenaerstraat 1
Goede Vrijdag: aanvang 19.30 uur
1ste Paasdag: aanvang 10.00 uur
Nederlandse Gereformeerde Kerk Bussum-Huizen
Kerkgebouw Ichthuskerk, Kortenaerstraat 5
Goede Vrijdag: aanvang 19.30 uur (met en bij de CGK)
1ste Paasdag: aanvang 9.30 uur
aanvang 17.00 uur (met de CGK)
De Nieuwe Gemeente
Kerkgebouw De Plecht, Plecht 1
Goede Vrijdag: aanvang 19.30 uur
1ste Paasdag: aanvang 10.00 uur





